Pesten ligt gevoelig: Een onderzoek naar pesten op school bij hoogsensitieve kinderen en adolescenten Ann-Sophie Depamelaere

Iedereen is wel op de een of andere manier bekend met het fenomeen “pesten op school”. Tegenwoordig wordt er veel media-aandacht aan besteed en nog anderen hebben persoonlijke ervaringen met pesten. Vaak gaat men ervan uit dat kinderen die gepest worden enkele typerende kenmerken bezitten. Een algemeen aanvaard kenmerk van de slachtoffers van pesterijen is hun sensitieve en stille manier van doen (Vergeer, 2008). Hierbij kunnen we ons afvragen of er een link bestaat met de karaktertrek “hooggevoeligheid”. Hebben hoogsensitieve kinderen meer kans om gepest te worden dan niet hoogsensitieve kinderen? In dit artikel gaan we dieper in op het verband tussen pesten en hoogsensitiviteit en bespreken we een uniek onderzoek hieromtrent.
 
Hoogsensitiviteit: alweer een nieuw begrip?
Hoogsensitiviteit is geen nieuw uitgevonden begrip maar een begrip dat nog steeds vaak verkeerd begrepen wordt. De beroemde psychiater Carl Jung (1851-1961) maakte in de 19de eeuw al een onderscheid tussen de sensitieve en de niet-sensitieve persoonlijkheid. Later voerde Elaine Aron wetenschappelijk onderzoek naar hoogsensitiviteit. Hoogsensitiviteit is geen ziekte maar een karaktertrek die bij 10 tot 15% van de bevolking voorkomt. Hoogsensitieve kinderen hebben een zenuwstelsel dat bijzonder goed en intensief werkt. Dit zorgt ervoor dat ze heel wat prikkels waarnemen die de meeste kinderen niet eens opmerken. Ze zijn zich heel sterk bewust van andermans gevoelens en zijn ook zelf heel gevoelig. Hun grote empathie zorgt ervoor dat ze sterker geraakt worden door het lijden van anderen. Deze kinderen hebben intense emotionele reacties, wat hen een geliefd slachtoffer voor pesterijen maakt. In de literatuur is het opvallend dat heel wat kenmerken die toegeschreven worden aan gepeste kinderen overeenkomen met het persoonlijkheidskenmerk hooggevoelig. Daarnaast wordt HSP Vlaanderen, de Vlaamse vereniging voor hooggevoelige personen, vaak geconfronteerd met hooggevoelige kinderen en adolescenten die gepest worden. Hieruit ontstond het idee om door middel van onderzoek na te gaan of deze kinderen vaker gepest worden omwille van hun gevoeligheid. Onze onderzoeksvraag gaat na of er een verband bestaat tussen hooggevoeligheid en pesten op school bij kinderen en adolescenten. Gezien er hierover nog geen onderzoek bekend is, willen we benadrukken dat dit dus een eerste verkennend onderzoek is dat uniek is voor België.
Resultaten
Er werden 2 vragenlijsten gebruikt voor dit onderzoek, namelijk de Bully Victim Questionnaire en de HSP-schaal. Beide vragenlijsten werden samengevoegd tot 1 geheel. Er bestaat een HSP-schaal voor kinderen en volwassenen. De HSP-schaal voor kinderen werd gebruikt voor de leeftijd tot 12 jaar en de HSP-schaal voor volwassenen werd gebruikt vanaf 13 jaar. Dankzij de medewerking van HSP Vlaanderen, het Vrij CLB Regio Gent vestiging Marialand en de sociale netwerksite Netlog konden er 74 vragenlijsten verzameld worden. Daarvan hadden 54 kinderen (32 meisjes, 22 jongens) ooit te maken gehad met pesten. De leeftijd varieerde van 9 tot 18 jaar.
 
Uit de analyse van de antwoorden op de vragenlijsten bleek dat 64,81% van de kinderen op de speelplaats gepest worden of ooit gepest werden. Daarnaast bleek verbaal pesten het meest voor te komen, namelijk bij 51% van de kinderen. Deze resultaten werden al gevonden in eerder wetenschappelijk onderzoek van Pontzer (2010).
 
Naast de analyse van de vragenlijsten werden ook 2 statistische toetsen gebruikt. Zo werd er een Chi-kwadraat toets uitgevoerd om na te gaan of er een verband bestaat tussen pesten en hooggevoeligheid. Alle gegevens werden met het statistisch programma SPSS 17 verwerkt. Uit de analyse bleek dat er een duidelijk verband bestaat tussen pesten en het persoonlijkheidskenmerk hooggevoelig (c² (9)= 19.157, pc.05). In de literatuur konden we al eerder een link leggen maar nu wordt dit ook bevestigd door ons onderzoek. Hooggevoelige kinderen en adolescenten bezitten heel veel positieve kwaliteiten die lijken uitgebuit te worden bij pesten. Aanvullend op deze resultaten besloten we nog om na te gaan of er bepaalde items op de HSP-schaal kenmerkend waren voor gepeste kinderen. Dit werd berekend met een logistische regressie. Dit is een statistische methode die gebruikt wordt om een voorspelling te maken wanneer je werkt met variabelen die je kan onderverdelen in categorieën. Uit deze resultaten concludeerden we dat het gebruikte model significant was (c² (48)= 79.21, p= <.01, Nagelkerke R²=1). Item 12, 15 en 20 van de HSP-schaal bleken kenmerkend te zijn voor gepeste kinderen. Anders gesteld: indien een leerling gepest wordt, kunnen we voorspellen wat ze op de significante items van de HSP-schaal zullen antwoorden. Kinderen die ooit het slachtoffer waren geweest van pesten of dat nog steeds zijn, antwoordden op deze items significant steeds ja. Item 12 werd als volgt omschreven in de vragenlijst voor adolescenten: “Ik voel me opgejaagd als ik veel moet doen in korte tijd” en bij kinderen: “Ik wil me verkleden als mijn kleren nat of zanderig zijn geworden”. Item 15 bij wordt als volgt omschreven bij kinderen “Als anderen blij, boos of verdrietig zijn dan zie ik dit snel” en bij adolescenten: “Ik doe erg mijn best om te voorkomen dat ik fouten maak of dingen vergeet”. Uiteindelijk hebben we nog item 20 bij kinderen: “Ik zie het als iets van plek veranderd is of als iemand andere kleren heeft” en bij adolescenten: “Ik heb een neus voor delicate geuren, smaken, geluiden en kunstwerken en geniet daarvan”. Deze items zijn kenmerkend voor gepeste kinderen en adolescenten.
 
Slotconclusies
Samenvattend kan gezegd worden dat deze studie uitwijst dat er duidelijk een verband bestaat tussen hooggevoeligheid en pesten. Dergelijk onderzoek kan o.a. een meerwaarde zijn voor preventie. De leerkrachten correct informeren over hoogsensitiviteit kan hierin een eerste stap zijn. Steeds meer leerkrachten scholen zich bij wat betreft hoogsensitiviteit. Desondanks is hoogsensitiviteit bij het grootste deel van de leerkrachten nog onbekend. Daarnaast was het ook opmerkelijk dat het merendeel van de leerlingen op de speelplaats gepest wordt. Hierdoor kunnen we ook opteren voor meer en/of beter toezicht op de speelplaats. Activiteiten organiseren tijdens de speeltijden is ook een optie om te voorkomen dat kinderen gaan pesten uit verveling. Deze onderzoeksresultaten geven ons een volledig andere kijk op hoogsensitiviteit in Vlaanderen. Uiteraard is verder onderzoek vereist.
 
Gebruikte bronnen:
Pontzer, D. (2010). A Theoretical Test of Bullying Behavior: Parenting, Personality, and
the Bully/Victim Relationship. Journal of family violence, 25(3), 259-273.
Vergeer, L. (2008). Multilevelanalyse van de effecten van verdedigergedrag van vrienden
en klasgenoten op slachtofferschap van pesten. (ongepubliceerde Master scriptie).
Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland.