Op één lijn : leraren in het basisonderwijs evalueren de communicatie met ouders van pestende leerlingen. Raymakers Bernadette

Pesten in het onderwijs is een groot probleem dat ernstige gevolgen kan hebben voor de kinderen die erbij betrokken zijn, hetzij als slachtoffer, hetzij als dader. Er is weinig bekend over de verhoudingen tussen leraren en ouders in de context van pesten. Over de communicatie tussen leraren en de ouders van pestende leerlingen lijkt zelfs helemaal geen onderzoek te bestaan. Hierdoor is niet bekend in hoeverre leraren deze ouders deel(genoot) van het probleem maken, waarom ze dit wel of niet doen en in hoeverre deze communicatie een bijdrage kan leveren aan de bestrijding van pesten op school. Daarom wilde de opdrachtgever voor dit onderzoek, dr. Frits Goossens, dit graag onderzocht zien. Hij is universitair hoofddocent aan de faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit te Amsterdam en onderzoekt pesten in het basisonderwijs. De volgende vraagstelling werd geformuleerd: welke ervaringen en visie hebben leraren in het basisonderwijs met betrekking tot de communicatie met ouders van pestende leerlingen? Het afstudeeronderzoek had de vorm van kwalitatief veldonderzoek en bestond uit het afnemen van semi-gestructureerde diepte-interviews met acht leraren op acht verschillende reguliere basisscholen op verschillende plekken in Nederland. De respondenten werden geselecteerd op het criterium ‘ervaring hebben met de communicatie met ouders van pestende leerlingen’. Het antwoord op de hoofdvraag kan als volgt worden samengevat: ‘leraar-ouder-communicatie moet, ook als het niets doet, en soms gaat het goed!’. Leraar-ouder-communicatie moet…, want: (1) Ouders moeten op de hoogte zijn, (2) Ouders moeten deel gemaakt worden van het probleem omdat pesten in de klas zwaar is voor de leraar om alleen te dragen en omdat het klimaat in de klas in het geding is, (3) Ouders en leraren hebben een gedeelde pedagogische verantwoordelijkheid, (4) Het perspectief van ouders en inzicht in de situatie van ouders/gezin/kind is belangrijk voor de leraar om het kind beter te begrijpen waardoor zij beter kunnen reageren op het pestgedrag, (5) Het is effectiever als leraar en ouder beiden het pesten aanpakken. …ook als het niets doet…, bijvoorbeeld omdat: (1) Het pesten al jaren speelt, (2) De dader teveel belang heeft bij zijn gedrag, (3) Ouders het probleem niet erkennen en niet willen of kunnen aanpakken, (4) Ouders en leraar sterk afwijkende opvattingen over opvoeding en gedrag hebben, (5) De communicatie ernstig bemoeilijkt wordt bij ouders die het Nederlands niet goed machtig zijn, (6) De leraar aanvankelijk een toon heeft gezet die verkeerd uitpakt, en (7) School en/of leraar alle betrokken ouders bij elkaar hebben gebracht voor een groepsgesprek. … en soms gaat het goed! Namelijk: (1) wanneer ouders echt gemotiveerd zijn om iets te doen aan het gedrag van hun kind en bereid zijn te reflecteren op hun eigen gedrag of dat van hun kind, EN (2) Wanneer leraren zo rustig en objectief mogelijk het gesprek inzetten, het gesprek duidelijk leiden, ouders de ruimte en tijd geven om de boodschap te verwerken, het gesprek voeren vanuit de zorg voor het kind en met het oog op het belang van het kind