Onderzoek naar de gehanteerde copingsstijlen bij jongeren die in contact komen met cyberbesten Leemans K

LEEMANS,K. Onderzoek naar de gehanteerde copingsstijlen bij jongeren die in contact komen met cyberbesten.
Masterproef, Vrije Universiteit Brussel, september 2008.  Op vraag van BEWEGING TEGEN GEWELD- vzw Zijn.

De doelstelling van deze studie was de copingstijlen van de betrokkenen van cyberpesten te onderzoeken. Rond dit onderwerp is weinig wetenschappelijke literatuur aanwezig, wat het actueel en interessant maakt voor exploratief onderzoek. 1022 leerlingen van de eerste graad ASO uit 5 Vlaamse scholen kregen een vragenlijst aangeboden die bestond uit een impliciete en een expliciete bevraging naar cyberpesten. Het blijkt uit de literatuur dat de prevalentiecijfers van cyberpesten verschillen naargelang de bevraging: impliciet geven de helft meer adolescenten aan betrokken te zijn bij cyberpesten dan expliciet. De data van de impliciete bevraging werden niet aangewend in dit onderzoek maar in het onderzoek van de studente met wie de vragenlijst opgesteld werd en de data ingezameld werden. De expliciete bevraging deelde de steekproef op in slachtoffers, getuigen, daders en slachtoffer-daders. Om de copingstijlen per groep betrokkenen na te gaan, werd de Utrechtse Coping Lijst voor Adolescenten toegevoegd aan de zelfopgestelde vragenlijst. Uit de niet-parametrische tests, uitgevoerd via SPSS op de data van de UCL-A, blijkt dat betrokkenen van cyberpesten meer troost en begrip zoeken bij anderen, zich meer door het probleem in beslag laten nemen en meer hun gevoelens van frustratie en boosheid uiten dan niet-betrokkenen. Slachtoffers zoeken minder afleiding dan daders, laten zich minder door het probleem in beslag nemen dan getuigen en zoeken meer troost en begrip bij anderen dan slachtoffer-daders. Uit de
literatuur komt naar voor dat slachtoffers vooral sociale steun zoeken bij vrienden en minder bij hun ouders. Daders en slachtoffer-daders zullen beide meer ergernis en kwaadheid laten blijken dan getuigen. Het lijkt erop dat beide groepen op dezelfde manier omgaan met hun problemen. Uit de literatuut blijkt dat daders en slachtoffer-daders dezelfde psychosociale kenmerken bezitten. De vraag blijft of de betrokkenen van cyberpesten op dezelfde manier
omgaan met cyberpesten als met alle andere problemen.