Het internet kan je niet meer wegdenken uit deze tijd. Het is een fenomeen geworden waar je niet meer omheen kan. Opvoeders voeden hun kinderen in het dagdagelijkse leven op met normen en waarden. Ze zien erop toe dat kinderen geen dingen doen of ondergaan waar ze nog niet aan toe zijn. Waarom zou dit op internet anders moeten zijn?
"Internet is een fascinerend medium, maar het moet wel leeftijdsadequaat aangeboden worden. We laten onze kinderen ook niet meteen op de weg fietsen, eerst op de stoep met ons erbij en zo, aansluitend op het kind verder. Het kind wordt niet volwassen geboren. Het heeft de volwassene nodig om zijn of haar wereld te begrenzen en ervaringen op waarde te leren schatten. De vergelijking met het fietsen kan nog verder worden doorgetrokken. Het probleem is niet het fietsen, maar de situatie waarbinnen zij zich met de fiets moeten bewegen. Kinderen leren erg makkelijk met computers omgaan, maar dat wil niet zeggen dat de situaties waarin zij zich begeven op hen afgestemd zijn. Het is het kind eigen om te exploreren en zo de wereld te ontdekken; het is de adolescent eigen om de wereld te veroveren en aan zich te onderwerpen. Het is niet voor niets dat we grenzen stellen aan fietsen en autorijden."
(Delfos, 2008, p. 15)
Kinderen en jongeren van vandaag leven in een wereld boordevol nieuwe media, met als belangrijke vertegenwoordiger het internet. Uren slijten ze achter de P.C. maar wat doen ze dan precies? Dit is een vraag die vele ouders en opvoeders zich stellen wanneer ze hun kinderen op de computer bezig zien. Opvoeders weten vaak niet waar cliënten mee bezig zijn, waardoor de begeleiding bemoeilijkt wordt of zelfs overbodig lijkt. Maar niets is minder waar.
Cliënten bewandelen het internetpad, nietsvermoedend dat er mogelijke gevaren kunnen schuilen. Ze hebben begeleiding nodig van volwassenen die hier wel van op de hoogte zijn en hen helpen dit pad te doorlopen.
"De nieuwe media brachten heel wat verandering teweeg in de leefwereld van jongeren: chatten, bloggen en vloggen (het bijhouden van een videodagboek), digitale muziek, sociale netwerken, (online) computerspellen, delen van eigen filmpjes op YouTube, het aanmaken en onderhouden van een eigen website. Deze veranderingen in de leefwereld van jongeren hebben een directe invloed op de begeleiding van jongeren." (Alert, 2008, p. 26)
Hier spreken we dan ook van internetopvoeding. We willen door middel van open communicatie niet enkel het kind beschermen tegen de mogelijke gevaren. We trachten het ook weerbaar te maken en het er op een adequate manier leren mee om te gaan. We mogen natuurlijk ook niet de goede kanten van het internet vergeten. Want:
"Nieuwe media zijn niet alleen een kans om de integratie van jongeren te vergroten en de groei naar zelfontwikkeling en zelfstandigheid te stimuleren, maar zijn een extra manier om met jongeren in gesprek te gaan over hun leefwereld." (Alert, 2008, p. 26)
We richten het spel tot de leeftijdsgroep van tien jaar tot veertien jaar. Deze jongeren zijn op deze leeftijd helemaal ondergedompeld in de virtuele wereld. Ze hebben nog de kans om te leren en zich bewust te worden van zowel de gevaren als de voordelen. We willen zowel preventief werken naar de toekomst toe, maar ook problemen in het heden aanpakken.
Door informatie op te zoeken over internetopvoeding, en steeds op Nederlandse boeken en websites te stoten, beseften we dat er in Nederland al verder was nagedacht over het concept 'internetopvoeding. Om deze gedachten verder uit te spitten, zijn we tijdens onze internationale studiereis een aantal voorzieningen in Nederland gaan bezoeken. Om een beeld te krijgen van internetopvoeding in de praktijk hebben we de stichting Dr. Leo Kannerhuis bezocht. Hier kregen we een duidelijk beeld van hoe internetopvoeding kan plaatsvinden. Achteraf zijn we de vergelijking gaan maken met de leefgroepen in België.
Om onze theorie verder uit te breiden en om ons te verdiepen, zijn we langsgegaan bij Remco Pijpers, de directeur van Mijn kind online, en bij de dienst 'Digibewust'. Beide organisaties zijn voorzieningen die werken aan het besef van kinderen over internet en internetopvoeding .We hebben een duidelijk beeld gekregen van wat zij verstaan onder internetopvoeding. Op deze manier zijn we beginnen nadenken wat de mogelijkheden waren voor ons product, om internetopvoeding om te zetten in de praktijk.
Met al deze informatie in ons achterhoofd zijn we dieper gaan nadenken over de vraag: 'op welke manier kan de leefgroepbegeleider aan internetopvoeding doen?'. Daarom hebben we een theoretisch kader uitgewerkt waarin allereerst een aantal definities rond internetopvoeding besproken worden. Deze definities zijn terug te vinden in verschillende bronnen zoals boeken, tijdschriften, brochures enzovoort. We hebben deze definities kritisch bekeken en besloten een eigen definitie op te stellen die naar onze mening het best beschreef wat internetopvoeding inhoudt. Deze definitie is ons uitgangspunt en vormt m.a.w. de basis van het project(boek).
Omdat ons project over internetopvoeding handelt, was het nodig beide begrippen apart te bespreken. We hebben daarom zowel het deel rond opvoeden als het deel rond internet belicht. Vervolgens hebben we een deel 'internetopvoeding in de praktijk' toegevoegd om duidelijk te maken hoe men internetopvoeding in de praktijk kan omzetten. Tijdens de studiedag 'internet in de leefgroep en daarbuiten' bleek dat hier een enorme vraag naar was. Tenslotte hebben we gekeken wat de toekomst nog in petto kan hebben. Na het theoretische gedeelte, leggen we ons toe op de praktische implementatie. Het interactieve internetspel, dat kan gebruikt worden om internetopvoeding in de leefgroep te geven, is een feit.