Eindverhandelingen/thesissen/bachelor of masterproeven

Indien u uw eindverhandeling, thesis, bachelor- of masterproef rond (cyber)pesten op deze pagina wil toevoegen, stuur ze dan in pdf met een korte samenvatting in een Office Word tekst naar gerardgielen@telenet.be

De eindverhandelingen staan alfabetisch geordend naar titel.

Een klein aantal studies heeft een positief verband tussen narcisme en pesten gevonden. De meeste studies waren echter cross-sectioneel van aard. In dit longitudinale onderzoek werd nagegaan of narcisme een predictor is voor pesten. In eerder onderzoek is er tevens onderzocht of sekse een modererende factor is tussen narcisme en pestgedrag. Dit interactie effect werd niet in alle onderzoeken gevonden. In dit onderzoek werd onderzocht of narcisme een risicofactor voor pestgedrag is en of het verband tussen narcisme en pestgedrag werd gemodereerd door sekse. Door de eerder uitgevoerde onderzoeken werd verwacht dat narcisme een risicofactor is voor pesten.

Pesten is een frequent voorkomend fenomeen, dat maar moeilijk uit het beeld van onze hedendaagse maatschappij kan verbannen worden. Het komt voor in alle sociale lagen, op alle mogelijke plaatsen en in de meest uiteenlopende situaties. Er bestaan verscheidene vormen van pesten, die kunnen gaan van af en toe eens een vervelende plagerij tot een hardnekkige en mensverscheurende scheldpartij.

Heden ten dagen zijn sociale netwerksites, zoals Facebook, populair en maakt bijna iedereen gebruik van een smartphone. Deze technologieën geven de mogelijkheid om continu online en bereikbaar te zijn, wat veelal als positief wordt ervaren. Maar welke betekenis heeft dit continu online zijn op het welzijnsgevoel van jongvolwassen vrouwen? Er is nog maar weinig aandacht voor de negatieve gevoelens, zoals stress en druk, die beiden kunnen veroorzaken. Het doel van dit onderzoek is te achterhalen wat de beleving is van jongvolwassen vrouwen van Sociale Media Stress en wat de rol van de smartphone is hierbij.

Kwantitatief onderzoek naar de rol van sociale eigen-effectiviteit op de prosociale gedragsintentie bij getuigen van cyberpesten. In deze masterproef wordt nagegaan welke gedragsintentiecategorieën bij cyberpesten kunnen gehanteerd worden voor getuigen. Daarnaast wordt ook nagegaan wat de meest voorkomende intenties zijn. Verder wordt onderzocht wat het verband is tussen sociale eigen effectiviteit en de prosociale gedragsintentie bij getuigen van
cyberpesterijen. Hieraan gekoppeld wordt ook nagegaan of context (slachtoffer is een goede vriend(in) of iemand anders) een modererende invloed heeft op deze relatie.

 

Facebook is deel geworden van het leven van een adolescent. Toch is er nog maar weinig geweten over de effecten van Facebookgebruik op het welzijn van jongeren. Bestaande studies leverden gemengde resultaten op en gebruikten vaak weinig differentiërende variabelen als aantal Facebookvrienden en tijd op Facebook om het effect te analyseren. In een experimentele studie gaan we op zoek naar de richting en de werking van een eventueel verband. We gaan na wat het effect is van verschillende soorten online activiteiten op het welzijn van jongeren.

"Veel jongeren die op school of online gepest worden gaan zelf cyberpesten", vertelt Anouk den Hamer. "Gepeste jongeren ervaren negatieve emoties zoals woede en frustratie . Door afleiding te zoeken in media waarin asociaal en normoverschrijdend gedrag vertoond wordt, lopen zij het risico om online te gaan pesten".

"Jongeren die naar media kijken waarin wordt gevochten, gescholden, veel alcohol gedronken, of ander asociaal gedrag vertoond wordt, cyberpesten meer dan jongeren die hier niet vaak naar kijken". Daarnaast bleek dat het cyberpestgedrag van deze jongeren die vaak naar dit type media kijken in de loop van een schooljaar zelfs nog verder stijgt.

De huidige generatie kinderen, de zogenoemde generatie Z, is opgegroeid met nieuwe media. Nieuwe media bieden voor generatie Z veel positieve kanten. Zo gebruiken de kinderen nieuwe media als een middel voor zelfexpressie en communicatie. Helaas komen ze ook veel gevaren tegen als hacken, cyberpesten, seks en geweld. Kinderen moet geleerd worden hier mee om te gaan. Leerkrachten moeten kinderen de juiste mediavaardigheden aanleren. Als leerkrachten mediavaardig gemaakt worden kunnen zij dit ook overbrengen aan de kinderen.

De laatste jaren kan men concluderen dat er een nieuw fenomeen naar voor aan het komen is en dat is cyberpesten. De hedendaagse jeugd is opgegroeid met de computer en het internet waardoor de meesten onder hen een goede kennis hebben hierover. Cyberpesten kan 24/24 7 op 7 plaatsvinden waardoor dat er tal van problemen kunnen ontstaan. Cyberpesten kent jammer genoeg ook tal van extreme gevolgen de laatste jaren. Denk maar aan het 14-jarige Brits meisje Hanna Smith. Zij pleegde in augustus 2013 zelfmoord na tal van pestberichten te hebben ontvangen op Facebook.

Pesten is een bekend fenomeen dat gedurende de kindertijd veelvuldig optreedt (Rigby, 2004) en voor slachtoffers op de korte en lange termijn ernstige internaliserende en externaliserende problematiek als gevolg kan hebben (Boulton, Trueman, Chau, Whitehand & Amatya, 1999; Williams, Chambers, Logan & Robinson, 1996; Hawker & Boulton, 2000).

Acht studenten van Hogeschool VIVES campus Kortrijk hebben een sensibiliseringsfilmpje ontwikkeld om de campagne ‘No Hate Speech Movement’ vanuit de Raad van Europa nieuw leven in te blazen.
Daarnaast maakten ze een educatieve activiteitenbundel voor jeugdwerkers en leerkrachten. Dit kadert in hun bachelorproef van het afstudeertraject jeugddelinquentie. Het filmpje vind je hier: https://m.youtube.com/watch?feature=share&v=-....

Pesten kan desastreuze gevolgen hebben. In het ergste geval kan het leiden tot depressief en suïcidaal gedrag (Bond et al., 2001; Kochenderfer & Ladd, 1996). Helaas is het pestproces een gecompliceerd proces waar moeilijk grip op is te krijgen. Het is niet transparant. Pesten gebeurt vaak buiten het gezichtsveld van volwassenen op een geniepige manier (Bjorkqvist et al., 1992). Pesten komt op veel, misschien wel op alle scholen voor. Het is daarom van belang dat er onderzoek wordt gedaan naar de fenomenologie van het pestproces.

Angststoornissen zijn de meest voorkomende psychologische stoornissen, waarbij sociale angststoornis de meest voorkomende stoornis is. Zowel genetische als omgevingsgerelateerde invloeden worden als mogelijke risicofactoren beschouwd. In dit literatuuroverzicht is gekeken naar de rol van emotionele warmte, afwijzing en pesten in de jeugd op de ontwikkeling van een sociale angststoornis bekeken. De rol van emotionele warmte is niet bepaald in dit onderzoek. De omgevingsinvloeden afwijzing door opvoeders en pesten door leeftijdsgenoten speelden een rol in de ontwikkeling van een sociale fobie.

Cyberpesten is een maatschappelijk probleem waarmee jongeren in onze samenleving vaak te maken krijgen. In deze masterproef wordt nagegaan of er bij jongeren een relatie bestaat tussen een Dark Triad persoonlijkheid en cyberpestgedrag op de sociale netwerksite Facebook. Deze persoonlijkheid bestaat uit narcisme, machiavellisme en psychopathie. Wetenschappelijke studies aangaande de Dark Triad doen vermoeden dat er een positieve en significante relatie bestaat tussen de Dark Triad en cyberpesten.

Onderzoek naar de betekenis van sociale netwerksites bij het informeren en vormen van Vlaamse jongeren omtrent relaties en seksualiteit. Case: SENSOA & allesoverseks.be “Wat is de betekenis van sociale netwerksites bij het informeren en vormen van Vlaamse jongeren omtrent relaties en seksualiteit?”

LEEMANS,K. Onderzoek naar de gehanteerde copingsstijlen bij jongeren die in contact komen met cyberbesten.
Masterproef, Vrije Universiteit Brussel, september 2008.  Op vraag van BEWEGING TEGEN GEWELD- vzw Zijn.

Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) hebben haast onbeperkt toegang tot internet. Pornografie blijkt een van de populairste toepassingen op het net te zijn, ook bij jongvolwassenen.

GOBERECHT,T. Onderzoek naar het verband tussen emotionele en gedragsproblemen en cyberpesten bij jongeren uit de eerste graad secundair onderwijs. Masterproef, Vrije Universiteit Brussel, juni 2008   Op vraag van BEWEGING TEGEN GEWELD-Vzw ZIJN.

Deze bachelorproef bevat een onderzoek naar het fenomeen pesten op de Haagse hogeschool. Door middel van enquetes is hier onderzoek naar gedaan. In deze bachelorproef kunt u hiervan de uitkomsten lezen en de aanbevelingen die gedaan zijn.

De huidige generatie jongeren van twaalf jaar oud die de overgang van basisschool naar middelbare school maken hebben tegenwoordig vele soorten sociale media tot hun beschikking om in contact te zijn met vrienden. In deze studie wordt gekeken naar de rol van sociale netwerksites en het gebruik van smartphones onder brugklassers in het onderhouden van basisschool vriendschappen en het creëren van nieuwe vriendschappen op de middelbare school. Deze jongeren bevinden zich in een belangrijke periode van hun leven, niet alleen verandert er rond deze leeftijd veel binnen de sociaal-emotionele ontwikkeling, ook de overgang naar een nieuwe school is een spannende ervaring.

Met de komst van het internet heeft een nieuwe vorm van gepest worden zijn intrede gedaan; het online gepest worden. Hier is tot op heden betrekkelijk weinig onderzoek naar verricht. Doel van het hier beschreven longitudinale onderzoek is dan ook om meer theoretische kennis te verkrijgen over de relatie tussen gepest worden in het echte leven en online gepest worden, de mate waarin deze vormen van pesten voor de slachtoffers samenhangen met gevoelens van eenzaamheid en sociale angst en met de mate waarin men gebruik maakt van MSN. Uit de resultaten blijkt dat er een sterk verband bestaat tussen online gepest worden en in het echt gepest worden.

In dit literatuuroverzicht is er gekeken naar de implicaties van de opkomst van online pesten bij jongeren. Als eerste is er een vergelijking gemaakt tussen online pesten en traditioneel pesten. Vervolgens is er gekeken naar de risicofactoren en consequenties van online pesten. En als laatste is de preventie van online pesten belicht.

Het doel van deze masterproef is om na te gaan in welke mate jongeren in het BuSO te maken hebben met online risico‟s en hoe zij daar mee omgaan

Het doel van deze masterproef is om na te gaan in welke mate jongeren in het BuSO te maken hebben met online risico‟s en hoe zij daar mee omgaan. Een eerste vraag die deze masterproef probeert te beantwoorden is of jongeren in het BuSO vaker in aanraking komen met online risico‟s en of zij hier vaker een negatieve ervaring aan overhouden dan jongeren in het gewoon onderwijs. Vervolgens wordt er nagegaan wat de mogelijke determinanten kunnen zijn van blootstelling aan online risico‟s bij jongeren in het BuSO. In een laatste deel wordt er nagegaan op welke manier jongeren in het BuSO omgaan met online risico‟s.

De omgang met leeftijdsgenoten heeft een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen. Lang niet altijd verloopt de omgang met leeftijdsgenoten goed. Een aanzienlijk deel van de kinderen wordt door hun leeftijdsgenoten gepest. Pesten kan zo dus de ontwikkeling van kinderen beïnvloeden. Dit heeft ook zijn weerslag op het gedrag van kinderen. Uiteraard reageren niet alle kinderen hetzelfde als ze worden gepest en vertonen zij ook niet allemaal in dezelfde mate hetzelfde gedrag als reactie op pesten.

Pesten in het onderwijs is een groot probleem dat ernstige gevolgen kan hebben voor de kinderen die erbij betrokken zijn, hetzij als slachtoffer, hetzij als dader. Er is weinig bekend over de verhoudingen tussen leraren en ouders in de context van pesten. Over de communicatie tussen leraren en de ouders van pestende leerlingen lijkt zelfs helemaal geen onderzoek te bestaan. Hierdoor is niet bekend in hoeverre leraren deze ouders deel(genoot) van het probleem maken, waarom ze dit wel of niet doen en in hoeverre deze communicatie een bijdrage kan leveren aan de bestrijding van pesten op school. Daarom wilde de opdrachtgever voor dit onderzoek, dr. Frits Goossens, dit graag onderzocht zien.

In dit onderzoeksverslag wordt antwoord gegeven op de vraag wat er verstaan wordt onder pesten, wat de bovenbouwleerkrachten op dit moment doen als zij met pesten geconfronteerd worden en wat de wenselijke aanpak zou zijn volgens deze leerkrachten. Er wordt een nieuw model voorgesteld voor een breed anti-pestbeleid.

Online pesten kan een enorme impact hebben op de pester, de gepeste en hun omgeving. Dit alledaagse internetmisbruik heeft wel aandacht gekregen, maar die aandacht ging meestal uit naar de gepeste personen, naar het daderschap is maar weinig gekeken. Om meer duidelijkheid te krijgen over de beweegredenen van de dader, was het doel van dit onderzoek, nagaan in hoeverre de zelfwaardering van jongeren van invloed is op pestgedrag.

In maart 2006 is Stichting Ideële Reclame (SIRE) de campagne ‘Stop Digitaal Pesten’ gestart. De digitale pester staat in de campagne centraal, met als bedoeling ouders en jongeren te confronteren met digitale pesterijen. De tv-commercial van SIRE laat een lief blond meisje zien. Haar ouders zijn trots op haar goede schoolresultaten. Bij een hockeywedstrijd wordt ze door haar vader aangemoedigd en als ze bij een vriendinnetje blijft spelen, gedraagt het meisje zich voorbeeldig. Wat haar ouders echter niet weten, is dat hun dochter in de digitale wereld in staat is om er flink op los te schelden: “Vies kutwijf met je vuile rotkop. De hele klas haat je.

Sinds de jaren negentig is er naar aanleiding van een groot onderzoek, veel meer aandacht gekomen voor pesten onder kinderen. In de lijn hiervan schreef ik een module dramatherapie voor kinderen uit groep 6, 7 en 8 van de basisschool, die gepest worden. Het is onderbouwd met een literatuurstudie en verantwoord in een module opzet. Naast het draaiboek per sessie, is er ook een evaluatie door drie mensen uit het werkveld die met deze module te maken zouden kunnen hebben. De module is bedoeld voor kinderen die passief op pesten reageren (de indicaties staan in de module opzet), maar deze module kan als basis worden gebruikt voor modules voor gepeste kinderen in het algemeen.

Pesten wordt steeds vaker opgevat als een streven naar een sociaal dominante positie. De Resource Control Theory van Hawley geeft aan dat een sociaal dominante positie verkregen kan worden door gebruik te maken van sociale strategieën. Er is weinig bekend over het gebruik van sociale strategieën tijdens het pestgedrag van leerlingen uit de brugklas. Het eerste doel van dit onderzoek was het bepalen van de associatie tussen verschillende pestrollen en typen resource controllers. Van 1185 jongens en 1229 meisjes (Mleeftijd = 13.3) afkomstig van scholen uit heel Nederland is middels peerrapportages bepaald tot welke pestrol en tot welk type resource controller ze behoren.

Pagina's