De meerwaarde van multimedia in de derde graad lagere school. Sanne Bluekens Sanne Demedts Evy Hens

Kinderen groeien de dag van vandaag, voor een groot deel op in een virtuele wereld. Aangezien het erg belangrijk is om in de klaspraktijk rekening te houden met de leefwereld van de kinderen, is het een logisch gevolg dat we multimedia steeds meer willen integreren in het onderwijs. Met dit onderzoeksproject gaan we na of leerkrachten werkelijk gebruik maken van multimedia in de klas en welke meerwaarde dit biedt in een derde graad lager onderwijs. Verschillende mogelijkheden om multimedia te integreren in de klas worden onderzocht, om deze nadien zelf toe te kunnen passen. Om een antwoord op deze vragen te krijgen, hebben we enquêtes afgenomen bij een 300-tal kinderen uit de derde graad lager onderwijs, verspreid over verschillende scholen. Ook hebben we leerkrachten geïnterviewd om te achterhalen hoe zij tegenover het gebruik van multimedia staan. Hun visie hierover bepaalt immers of ze dit al dan niet zullen integreren in de klas. Algemeen gezegd kunnen we stellen dat leerlingen veel verder staan in het gebruik van multimedia dan leerkrachten. Bij een groot percentage leerlingen is de televisie en computer niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. Multimedia kan ervoor zorgen dat kinderen veel nieuwe dingen bijleren, maar anderzijds heeft het ook een keerzijde: multimediageweld en cyberpesten komen steeds meer voor. Naast leerkrachten spelen ook ouders hierbij ook een belangrijke rol. Zij bepalen immers aan welke multimedia hun kind thuis wordt blootgesteld. Het is dus belangrijk om multimediageweld en cyberpesten te voorkomen en leerlingen op mogelijke gevaren te wijzen.