Bullying and Bullying Prevention: A Teacher's Guide. Sam Lijan

Het onderwerp van mijn scriptie is 'pesten'. Tijdens mijn stages werd ik vaak geconfronteerd met pesten. Ik vond het heel moeilijk om te bepalen wat pesten is. Verder wist ik ook niet hoe ik het probleem moest aanpakken. Leerlingen waarschuwen en straffen werkten helemaal niet. Ik ging rond vragen om te kijken wat andere docenten normaal doen tegen pesten op school. Van sommige docenten kreeg ik te horen dat ze de leerlingen gewoon waarschuwen of straffen, en van andere docenten kreeg ik te horen dat ze helemaal niets doen tegen pesten omdat ze geen tijd of materiaal hebben, omdat ze het niet als hun taak beschouwen en erger nog omdat ze helemaal niet weten wat pesten is. Ik ben van mening dat docenten veel invloed hebben op leerlingen en dus een grote(re) rol kunnen spelen wat betreft het voorkomen en bestrijden van pesten op school. Hierdoor heb ik besloten om onderzoek te doen naar pesten. Met mijn onderzoek wilde ik er achter komen wat docenten eigenlijk nodig hebben om actief te kunnen werken aan het voorkomen en bestrijden van pesten op school. Ik heb dus besloten om mijn scriptie in een vorm van een gids te maken. In mijn scriptie kunnen docenten uitgebreid informatie vinden over wat pesten is en wat zij er tegen kunnen doen. Verder heb ik ook voor kant-en-klare materialen gezorgd die leraren meteen kunnen gebruiken. Om aan informatie te komen over pesten heb ik verschillende boeken en websites geraadpleegd. Daarna heb ik de nodige informatie geselecteerd om in mijn scriptie te verwerken. Mijn scriptie bestaat uit 7 hoofdstukken. Elk hoofdstuk behandeld een ander aspect van pesten. Hoofdstuk 1 geeft een uitgebreide definitie van wat pesten is, de verschillende vormen en intensiteit van pesten, het verschil tussen jongens en meisjes en tot slot een overzicht van feiten en cijfers. Hoofdstuk 2 is helemaal gericht op de pester. Er wordt gekeken naar waarom een kind nou een pester wordt, wat het allemaal er om gaat bij pesten, hoe een pester herkend kan worden, de verschillende soorten pesters, waarom en wanneer kinderen pesten, en waarom pesters zelf slachtoffers zijn. Hoofdstuk 3 richt zich op het gepeste kind. In dit hoofdstuk geef ik aan welke leerlingen een grote risico lopen om gepest te worden en hoe ze herkend kunnen worden. Verder geef ik ook aan waarom kinderen niet aan de bel trekken en hulp zoeken in gevallen van pesterij. Hoofdstuk 4 richt zich op de toeschouwers. Hierin wordt er gekeken naar wie toeschouwers eigenlijk zijn, de verschillende soorten toeschouwers en waarom ze niet bepaald onschuldig zijn. In dit hoofstuk leg ik uit waarom toeschouwers kiezen om mee te doen of juist kiezen om niets te doen tegen pesten. Hoofstuk 5 geeft aan waarom het gezin belangrijk is en hoe ouders er achter kunnen komen of hun kind een pester of een gepeste kind is. Verder geef ik ook aan hoe ouders hun kind kunnen helpen en vooral wat ze niet moeten doen. Hoofdstuk 6 richt zich op de school en de docenten. Er wordt aangegeven welke soorten scholen er zijn en hoe men kan werken aan het creeëren van een positieve omgeving voor de leerlingen. Verder geef ik ook informatie over het pest protocol en wat er in moet zitten. Daarna wordt er verder gekeken naar wat docenten moeten weten en wat ze kunnen doen. Hoofdstuk 7 is een verzameling van verschillende kant-en-klare activiteiten die docenten kunnen gebruiken om actief te werken aan het voorkomen en bestrijden van pesten op school.