Eindverhandelingen/thesissen/bachelor of masterproeven

Indien u uw eindverhandeling, thesis, bachelor- of masterproef rond (cyber)pesten op deze pagina wil toevoegen, stuur ze dan in pdf met een korte samenvatting in een Office Word tekst naar gerardgielen@telenet.be

De eindverhandelingen staan alfabetisch geordend naar titel.

Reeds veel onderzoek is gevoerd naar online privacy, maar het blijft een zeer actueel onderwerp. Vooral de voortdurend veranderende privacysettings op Facebook maken het de gebruikers moeilijk om zichzelf online te beschermen. Aan de hand van de protection motivation theory van Rogers werd onderzocht welke invloed de afweging tussen privacy concerns en social rewards heeft op de factoren van de protection motivation theory. Daarna werd nagegaan op welke manieren scholieren specifiek hun Facebookprivacy beschermen en hoe de protection motivation-factoren hierop invloed uitoefenen.

Op Prinsentuin Oudenbosch kwamen steeds vaker ruzies voor tussen leerlingen die waren ontstaan naar aanleiding van gesprekken en pesterijen via internet en andere digitale bronnen. Leerlingen maakten buiten school ruzie met elkaar via internet of mobiele telefoon én ruzieden vervolgens verder binnen school. Dit had invloed op het welbevinden en de schoolresultaten van een leerling. Ik vroeg me af of er iets aan gedaan kon worden. De school wist dat cyberpesten zich voordeed, maar het was niet bekend hoe vaak deze voorvallen plaatsvonden; of dit door betrokkenen als een probleem werd gezien en of er, vanuit school, iets aan gedaan kon worden.

Deze scriptie gaat over de risico's op sociale netwerksites. Het gebruik van sociale netwerksites gaat gepaard met risico's. Door mijn eigen ervaringen op Facebook was ik erg benieuwd naar wat de risico's zijn, of gebruikers hiermee bekend zijn en hoe zij hiermee omgaan. Het doel van mijn scriptie is de risico's in kaart te brengen en te onderzoeken of gebruikers bewust zijn van de risico's en maatregelen nemen om zich hiertegen te beschermen. Gekozen is om Facebookgebruikers te onderzoeken omdat Facebook de grootste sociale netwerksite ter wereld is. Facebook is opgericht in 2004, maar heeft na 8 jaar al meer dan 841 miljoen gebruikers wereldwijd.

Het project "pestbeleid" is een project dat ontstaan is vanuit de projectvraag van MPC Ter Bank te Leuven. MPC Ter bank is een medisch pedagogisch centrum voor personen van 3 tot 21 jaar met een licht tot matig verstandelijke handicap met eventueel bijkomende emotionele ? en/of gedragsproblemen. Zij hebben deze vraag ingediend vanuit de nood aan een aangepast programma rond pesten. Aan de hand van dit project willen wij een antwoord bieden op deze vraag zodat de opvoeders op hun beurt een gepast antwoord kunnen bieden aan de jongeren. Dit werk is opgedeeld in 2 delen: het theoretisch luik en de implementatie.

Ik wil u in deze scriptie graag meenemen voor een interessante, maar bovenal informatieve rondreis, waarin we meer te weten zullen komen over de hulpverlening van het schoolmaatschappelijk werk binnen de cyberpestproblematiek. Cyberpesten, ook wel digitaal of elektronisch pesten genoemd, heeft de laatste jaren zijn intrede gemaakt. Het is begonnen met de komst van de gemoderniseerde communicatie, zoals internet en de mobiele telefoons. Zo is gebleken dat cyberpesten een grote invloed heeft op de ontwikkeling van het kind en een maatschappelijk probleem aan het worden is.

Eerder onderzoek heeft de karakteristieke kenmerken van seksuele scripts bij adolescenten geïdentificeerd en bevestigen de rol van seksuele scripts als richtlijnen voor seksueel gedrag. Dit onderzoek tracht de aanwezigheid van de kenmerken van seksuele scripts bij 138 vierdejaars HAVO en VWO leerlingen te herbevestigen en gaat na of de mate van social media gebruik een merkbaar effect heeft op deze seksuele scripts. Het bestaan van de karakteristieke kenmerken van seksuele scripts is bevestigd, adolescenten zijn positiever over de verwachtingen van hun eerste keer seks dan bij leeftijdsgenoten.

Een onderzoek naar de beleving van traditioneel pesten en cyberpesten vanuit het perspectief van slachtoffers in de leeftijd van 10-18 jaar. Hoewel er al aardig wat kennis over traditioneel pesten en cyberpesten is, is er nog geen kennis direct afkomstig van de slachtoffers zelf. Dit onderzoek was er daarom op gericht om slachtoffers aan het woord te laten en hiermee vanuit een ander perspectief naar pesten te kijken, om zo mogelijke manieren te vinden die kunnen bijdragen bij het verminderen van het probleem.

Doel: literatuur over pestslachtoffers is onduidelijk over de vraag of er twee (passieve en agressieve slachtoffers) of drie (passieve slachtoffers, agressieve slachtoffers en ‘bully-victims’) subtypen zijn te onderscheiden. De aandacht was met name gericht op een mogelijk onderscheid tussen slachtoffers die agressie jegens anderen laten zien: de agressieve slachtoffers en de ‘bully-victims’.

eze thesis bespreekt drie onderzoeksvragen. Allereerst wordt er gekeken of er een verschil en een eventueel sekseverschil is in het gebruik van competitiestrategieën tussen de groep sociaal teruggetrokken kinderen, uitgesplitst in sociaal geïsoleerde kinderen en sociaal angstige kinderen, en de restgroep. Voor de tweede vraag wordt onderzocht of sociaal teruggetrokken kinderen, uitgesplitst in sociaal geïsoleerde kinderen en sociaal angstige kinderen, slachtoffer zijn van pestgedrag. Hierbij wordt ook gekeken naar het type slachtoffer van pestgedrag. Als derde vraag komt het bewustzijn van sociaal teruggetrokken kinderen van hun sociale positie binnen een groep aan bod.

Het onderzoek dat in deze scriptie wordt beschreven is uitgevoerd in het kader van een pilotstudy van het project ‘Durf je Wel?!’ op de Liduinaschool in Haarlem. Dit project bestaat uit verschillende onderdelen om sociale competentie op scholen te vergroten en pesten tegen te gaan, waaronder een speciale bijlesgroep voor een selecte groep leerlingen met bijbehorende ouderbijeenkomsten. In het kader van dit onderzoek zijn voor deze bijlesgroep leerlingen geselecteerd die pesten en gepest worden.

De samenleving is doordrenkt met de social media. Scholieren, studenten en volwassenen worden vaak gezien als de grootgebruiker, maar steeds jongere kinderen maken ook gebruik van de social media. In dit onderzoek ging ik met behulp van een enquête en interviews op zoek naar een antwoord op de volgende vraag: Welke invloed hebben de social media op de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind (8-12 jr.) en hoe kunnen kinderen veilig met sociale media om leren gaan? In de prepuberale fase vergelijken tieners zich steeds meer met anderen.

Facebook is en blijft enorm populair, zowel bij jong als oud. In dit onderzoek wordt er op kwalitatieve wijze, aan de hand van diepte-interviews en een usability experiment, gekeken hoe jongeren tussen 12 en 18 jaar omgaan met Facebook, informatie en privacy. Drie onderzoeksvragen worden behandeld en 18 respondenten werden geïnterviewd. Aanvankelijk wordt onderzocht hoe jongeren hun profiel willen beveiligen en hoe de instellingen uiteindelijk zijn ingesteld.

In recent years the idea that bullies have a deficit in social information processing has become increasingly challenged among investigators. On the contrary they seem to be very socially skilled and it is assumed that bullying is a manner to acquire and maintain social status. The question is whether bullies, victims and non-involved children vary in social status. By using peer nominations of 1001 children aged 9 to 12 years old, the present study therefore examines to what extent these children differ on resource control, perceived popularity, social acceptance and friendship.

Als zeven laatstejaarsstudenten bachelor in de orthopedagogie van de Katholieke Hogeschool Limburg kregen we de opdracht om een project te realiseren van St.-Elisabeth. We kozen voor het project 'Uitwerken van sociale vaardigheidssessies voor jongeren tussen 10 en 18 jaar met een licht tot matig mentale beperking'. Dit omdat het concreet uitvoerbaar was met veel praktische elementen en dat het eindproduct op voorhand kenbaar was. Hoe meer we nadachten over dit aangeboden project, hoe meer we tot de conclusie kwamen dat hier inderdaad een tekort aan is. Met de ervaring die we opgedaan hebben, leerden we veel over het werkveld. Het uitwerken van sessies nam geringe tijd in beslag.

Dit onderzoek richt zich op het effect van populariteit en sociometrische status van kinderen en hun wederkerige vrienden op de verbanden tussen sociaal teruggetrokken gedrag, slachtofferschap van pesten en angstklachten. Participanten waren 651 leerlingen in de groepen zes, zeven en acht, waarvan de leeftijd varieerde van 8 tot en met 14 jaar (M = 11 jaar en 2 maanden, SD = 9 maanden). Zoals verwacht werd er een positief verband gevonden tussen zowel verlegen teruggetrokken gedrag en slachtofferschap van pesten als de mate van buitengesloten worden en slachtofferschap van pesten.

Schrik voor sociale media in je klas? Die bieden nochtans veel kansen om je lessen te verrijken. En je leerlingen mediawijs te maken. Maar hoe zorg je ervoor dat je ook een veilig online leerklimaat creëert op school?

8 tips

Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door een leerling of een groep leerlingen van één of meer klasgenoten, die niet (meer) in staat zijn zichzelf te verdedigen. In overleg met de adjunct-directeur en de interne begeleider (IB-er) van basisschool de Octopus is besloten om onderzoek te doen naar het huidige preventief pestbeleid van deze school. In dit onderzoek staat de volgende probleemstelling centraal: 'Wat is het beste preventief pestbeleid ter voorkoming van pestgedrag op de basisschool de Octopus'.

In ons laatste jaar Orthopedagogie aan de Katholieke Hogeschool Limburg kregen we de opdracht om een project uit te werken. Wij kozen voor het project 'stoute en gemene meisjes'. Dit was voor ons allen onze eerste keuze. Vandaar dat we meteen gestart zijn met een hoge motivatie.

De verwachtingen van onze projectbegeleider waren dat we een onderzoek zouden doen naar 'stoute en gemene meisjes' en of deze meer voorkomen dan vroeger.

Traditioneel pesten versus cyberpesten onder jongeren: een vergelijkende analyse naar slachtofferschap, daderschap en gevolgen.

Traditioneel- versus cyberpesten Een vergelijkend onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en traditioneel- en cyberpesten.Bachelorproject Algemene Sociale Wetenschappen Cursusjaar 2008

Ruim twintig jaar geleden heeft het internet haar intrede gedaan in de maatschappij, met alle gevolgen van dien. Jongeren van tegenwoordig kunnen zich geen leven meer voorstellen zonder het internet. Jongeren, volwassenen, scholen en instellingen, allen zijn afhankelijk geworden van het brede scala aan mogelijkheden dat het internet biedt. Het internet is uitgegroeid tot één van de belangrijkste bronnen van informatie, dat in staat is tijd- en landgrenzen te overschrijden. Internet heeft zich ontpopt tot het meest gebruikte communicatiemiddel ooit (Haan & Hof, 2006). Jongeren kennen geen wereld zonder internet, en kunnen deze zich ook nauwelijks nog voorstellen.

In dit onderzoek werd ingegaan op verschillende zelfwaarderingprofielen bij kinderen, gebaseerd op individuele verschillen in narcisme en zelfwaardering. Allereerst werd onderzocht of twee typen narcisme, openlijk en verborgen, te vinden waren bij kinderen. Vervolgens werden verschillen tussen de zelfwaarderingprofielen met betrekking tot verschillende pestrollen onderzocht. Verwacht werd dat openlijke narcisten vaker propestrollen zouden innemen, terwijl verborgen narcisten vaker slachtoffer van pesten zouden zijn.

De huidige studie richt zich op het effect van vriendschap op de verbanden tussen sociaal teruggetrokken gedrag, slachtofferschap en depressie. Participanten waren 651 basisschoolleerlingen in de groepen 6 t/m 8, waarvan de leeftijd varieerde van 8 t/m 14 jaar (M = 11,21; SD = 0,91). Zoals verwacht werd een positief verband gevonden tussen sociaal teruggetrokken gedrag en slachtofferschap. Ook werd er een positief verband gevonden tussen sociaal teruggetrokken gedrag en de mate van sociaal teruggetrokken gedrag van vrienden. Echter bleek alleen geïsoleerd teruggetrokken gedrag positief samen te hangen met depressie; verlegen teruggetrokken gedrag dus niet.

In het kader van de master ‘Communicatie, beleid en management’ is voorliggend onderzoek met als onderzoeksonderwerp cyberpesten uitgevoerd. De definitie van cyberpesten in mijn onderzoek is: Cyberpesten is een agressieve en intentionele handeling van een groep of individu, gebruik makend van elektronische vormen van contact, waarbij schade berokkend wordt aan een slachtoffer dat zichzelf niet makkelijk kan verdedigen.

De verschillen tussen pesters, slachtoffers, troostende verdedigers en buitenstaanders in morele emoties, morele evaluaties, morele rechtvaardigingen en zelfbeschermende denkfouten zijn onderzocht. Tevens is onderzocht of deze emoties en cognities verschillen per leeftijd en sekse. De participanten zijn 232 leerlingen van Nederlandse basisscholen verspreid over de groepen 4 t/m 8 (M= 10.0 jaar). Door middel van nominaties door klasgenoten zijn de leerlingen aan pestrollen toegewezen. De gegevens zijn verzameld met behulp van individueel afgenomen, gestructureerde mondelinge interviews. Met een meervoudige variantie-analyse zijn de verschillen tussen de pestrollen onderzocht.

Zeker 74% van de stalking misdrijven komt nooit onder de aandacht van de politie en het gerecht. Zelfs niet de meest ernstige zaken waarbij de slachtoffers fysiek bedreigd werden. Dit ondanks de steeds groeiende aandacht voor deze problematiek in de media en onze maatschappij. Ongeveer één op vijf vrouwen werd ooit reeds gestalkt sinds de leeftijd van 15 jaar. Het meest opvallende hierbij is dat de voornaamste daderpopulatie bestaat uit ex-partners van deze slachtoffers.

Ons project heeft de titel 'Werken aan verdraagzaamheid' gekregen. De vraagstelling van ons project is om drie sessies uit te werken in verband met verdraagzaamheid, die toepasbaar dienen te zijn voor de jongeren in de Souw. Dit is een leefgroep waarin jongeren tussen vijftien en achttien jaar verblijven wegens een problematische opvoedingssituatie. De begeleiding van de leefgroep stelde ons deze vraag omdat (on)verdraagzaamheid een thema is dat voortdurend aanwezig is in de leefgroep. Ze kunnen onze hulp bij het uitwerken van methodieken om met verdraagzaamheid aan de slag te gaan, goed gebruiken.

Dit onderzoeksrapport legt de klemtoon op het proces van zelfpresentatie op Facebook. Mensen proberen via zelfpresentatie vorm te geven aan de indruk die men op anderen maakt en die men van zichzelf heeft. Ook Facebook kan een vrij uitgebreide indruk van een persoon neerzetten. De impressies die gevormd worden, hangen af van diverse factoren. Zo blijkt uit literatuur dat deze vormen van zelfpresentatie onder andere gerelateerd zijn aan iemands persoonlijkheid en zelfwaardering. Dit patroon wordt in dit onderzoek nader bestudeerd en vormt het centrale onderzoekspunt.

Pesten op de basisschool is een veelvoorkomend verschijnsel, dat van invloed kan zijn op de ontwikkeling van kinderen. Daarom richtte het huidige onderzoek zich op de relatie tussen zelfwaardering, narcisme en pesten bij basisschoolleerlingen van groep 6, 7 en 8. Dit gebeurde aan de hand van zelfrapportages en peerrapportages. Via clusteranalyse werden kinderen op basis van scores op zelfwaardering en narcisme ingedeeld in clusters. Er werden drie clusters gevonden die samenhingen met de verschillende pestrollen. Geconcludeerd wordt dat een lage zelfwaardering wordt geassocieerd met slachtofferschap.

Jongeren maken steeds meer gebruik van internet en mobiele telefoon. Deze middelen gebruiken ze ook steeds vaker om anderen mee te pesten, het zogenaamde cyberpesten. Cyberpesten heeft als kenmerk dat het meer dan eens gebeurt, dat er psychisch geweld aan te pas komt en dat het intentioneel is. Doordat de verzender van deze pesterijen anoniem kan blijven, zijn ze vaak nog grover en kwetsender dan traditionele vormen van pesten. Cyberpesten is voor jongeren extra pijnlijk omdat het anoniem gebeurt en de voorheen beschermde privé-omgeving binnenkomt.

Pagina's