Een verantwoorde en veilige omgang met internet stimuleren bij jongeren. Katrijn Mivis

In de actualiteit kwamen zeer veel situaties naar boven van cyberpesten bij jongeren, van Facebookgroepen die misbruik maakten van foto's van jongeren, van slachtoffers van het verspreiden van hun intieme foto's ... . Onder andere daarom werd er een project opgericht om het welbevinden van jongeren op internet te vergroten. Het project streefde ernaar om jongeren veilig en verantwoord gebruik te leren maken van het internet om zo te voorkomen dat jongeren iets ongewenst ervaren op het internet. Het project werd uitgevoerd in opdracht van de secundaire school, het Sint-Jozefsinstituut te Betekom (de bovenbouw). Het project startte met een planningsfase, het projectplan beschrijft deze fase. In dat plan staan de projectgegevens, de subjectieve analyse, de objectieve analyse en de positie analyse en de uitwerking van de visie, de doelstellingen en de middelen. Er wordt ook beschreven wat de relevantie van het project is en welke vragen het project tot stand deed komen. De literatuurstudie in de objectieve analyse geeft weer wat het internet kan betekenen voor jongeren, maar ook wat de meest voorkomende gevaren van het internet zijn en wat de gevolgen van een negatieve online ervaring kunnen zijn. Als laatste werd in de literatuurstudie gekeken hoe veilig en verantwoord internetgebruik en mediawijsheid gecreëerd konden worden en wie daarin een rol speelt ( jongeren zelf, leerkrachten en ouders). Aan deze drie groepen werd ook gevraagd om hun mening rond 'veilig online' te geven. Het beleid van België, het internationaal beleid en het beleid van de school over 'veiligheid online' werd ook bekeken. Uit deze analyse werd dan geconcludeerd dat er vooral rond bewustmaking van de gevaren gewerkt moest worden en dat jongeren al vanaf de kleuterklas rond veilig internetgebruik bezig zouden moeten zijn. Met die verkregen informatie werd een project opgesteld dat drie tools/werkinstrumenten creëerde. Er werd een klasactiviteit ineen gestoken met een PowerPoint en een ondersteunend draaiboek. Deze klasactiviteit ging over het voorzichtig omgaan met eigen foto's en de geschiktheid van foto's om ze online te plaatsen, over de risico's van sexting en webcammisbruik en over online hulp. Verder werd er een ouderbrochure ontwikkeld met preventieve tips voor de ouders om hun kinderen te beschermen tegen internetrisico's en negatieve online ervaringen. De brochure gaf ook tips aan ouders om hun kinderen te helpen wanneer ze online gepest worden, wanneer er een onaangename foto van hun kind verspreid wordt op het internet, wanneer hun kinderen willen afspreken met onbekende chatvrienden of wanneer hun kind te veel achter de computer/tv zit. Als laatste werd er een leerkrachtenbundel ontwikkeld die leerkrachten informeerde over welk materiaal er waar te vinden is om rond het thema te werken binnen hun leerplan, hun vak. Na de uitwerking en de toepassing van de producten werd het project geëvalueerd. Het rapport beschrijft deze evaluatie. De evaluatie ging na of de producten de vooropgestelde doelstellingen bereikten en op welke manier. Er werd ook bekeken wat de krachten en aandachtspunten van het project waren en hoe het project structureel opgevolgd kon worden. In dit rapport staat eveneens vanuit welke methodische verantwoording keuzes gemaakt werden en welk netwerk het project mee vorm gaf.